Por Maarten Steenmeijer
Congres over de receptie van Spaanstalige literatuur en cultuur in Nederland en België
Op 21 en 22 oktober werd in Huize Heyendael het vierde congres van de Asociación de Hispanistas del Benelux gehouden. Het thema was de receptie van Spaanstalige literatuur en cultuur in Nederland en België. Naast academici waren ook uitgevers, vertalers, literaire critici en een redacteur van het boekensupplement van NRC Handelsblad uitgenodigd. Met deze opzet hoopte de organisatie een brug te slaan tussen receptie-onderzoekers en mensen met een sleutelpositie in het literaire veld. Daarnaast hoopte zij hiermee ook hispanisten van buiten de academie aan te trekken. Vóór de aanvang van het congres was al duidelijk dat dit laatste was gelukt: er hadden zich ongeveer 60 betalende bezoekers aangemeld, waarmee de zaal meer dan gevuld was.
De openingslezing werd verzorgd door Laurens van Krevelen, hoofdredacteur en directeur van Meulenhoff tijdens de bloeiperiode van deze uitgeverij (ruwweg de jaren zeventig, tachtig en negentig van de vorige eeuw). Onder de bezielende leiding van Van Krevelen bouwde Meulenhoff een prachtig fonds van Latijns-Amerikaanse literatuur op waarin veel van de belangrijkste schrijvers uit het continent zijn vertegenwoordigd (Gabriel García Márquez, Mario Vargas Llosa, Carlos Fuentes, Juan Carlos Onetti, Octavio Paz en vele anderen). In zijn lezing liet Van Krevelen zien dat het succes van de Latijns-Amerikaanse literatuur in Nederland mogelijk was dankzij ingrijpende veranderingen op de literaire markt in Nederland rond 1970, toen het aandeel van het literaire boek op de boekenmarkt in korte tijd enorm toenam.
De twee rondetafelgesprekken waren eveneens onthullend over de praktijk van het literaire veld. Voor het eerste gesprek was een viertal vertalers uitgenodigd: Stefaan van den Bremt (tevens dichter), Trijne Vermunt, Brigitte Coopmans en Mariolein Sabarte Belacortu. Het voornaamste onderwerp van gesprek waren de mogelijkheden en onmogelijkheden van het vertalen. Daarbij kwam onder meer naar voren dat er vanuit de uitgeverijen steeds meer druk wordt uitgeoefend om in vertalingen moeilijk taalgebruik te vermijden. In het tweede gesprek wisselden criticus Ger Groot (tevens hoogleraar Filosofie en Literatuur aan de RU), NRC-redacteur en criticus Arjen Fortuin, vertaalster en schrijfster Barber van de Pol en uitgeefster/vertaalster Nelleke Geel (Signature) van gedachten over het selectieproces in elk van hun vakgebieden.
Daarnaast waren er academische lezingen over een keur van onderwerpen, zoals de opvoering van het Spaanse toneel van de Gouden Eeuw in Vlaanderen, de verschillende vertalingen van de legendarische Cubaanse roman Tres tristes tigres en de receptie van het werk van bestsellerschrijver Arturo Pérez Reverte.
In de slotlezing pleitte Sebastiaan Faber (Oberlin College, Ohio) er met een waaier van argumenten voor dat de hispanist uit het hok van zijn academische discipline zou moeten komen, meer samen zou moeten werken met collega’s van andere disciplines en zijn vakkennis meer beschikbaar zou moeten stellen voor de samenleving. Een betoog dat helemaal in de geest van het congres was.
Maarten Steenmeijer
[...] http://ahbx.eu/ahbx/?p=1122#more-1122 Share this:TwitterFacebookVind ik leuk:LikeWees de eerste die dit leuk vindt. [...]